Anatomie en fysiologie (Nederlands)
Om het chemische organisatieniveau te bestuderen, beschouwen wetenschappers de eenvoudigste bouwstenen van materie: subatomaire deeltjes, atomen en moleculen. Alle materie in het universum is samengesteld uit een of meer unieke zuivere stoffen die elementen worden genoemd, waarvan bekende voorbeelden waterstof, zuurstof, koolstof, stikstof, calcium en ijzer zijn. De kleinste eenheid van al deze zuivere stoffen (elementen) is een atoom. Atomen zijn opgebouwd uit subatomaire deeltjes zoals het proton, elektron en neutron. Twee of meer atomen vormen samen een molecuul, zoals de watermoleculen, eiwitten en suikers die in levende wezens worden aangetroffen. Moleculen zijn de chemische bouwstenen van alle lichaamsstructuren.
Een cel is de kleinste onafhankelijk functionerende eenheid van een levend organisme. Zelfs bacteriën, die extreem kleine, onafhankelijk levende organismen zijn, hebben een cellulaire structuur. Elke bacterie is een enkele cel. Alle levende structuren van de menselijke anatomie bevatten cellen, en bijna alle functies van de menselijke fysiologie worden uitgevoerd in cellen of worden geïnitieerd door cellen.
Een menselijke cel bestaat typisch uit flexibele membranen die cytoplasma omsluiten, een cel op waterbasis vloeistof samen met een verscheidenheid aan kleine functionerende eenheden die organellen worden genoemd. Bij mensen, zoals bij alle organismen, vervullen cellen alle functies van het leven. Een weefsel is een groep van veel vergelijkbare cellen (hoewel soms samengesteld uit een paar verwante typen) die samenwerken om een specifieke functie uit te voeren. Een orgaan is een anatomisch verschillende structuur van het lichaam die uit twee of meer weefseltypen bestaat. Elk orgaan vervult een of meer specifieke fysiologische functies. Een orgaansysteem is een groep organen die samenwerken om belangrijke functies uit te voeren of om te voorzien in fysiologische behoeften van het lichaam.
Dit boek behandelt elf verschillende orgaansystemen in het menselijk lichaam (en). Het toewijzen van organen aan orgaansystemen kan onnauwkeurig zijn, aangezien organen die ‘behoren’ tot het ene systeem ook functies kunnen hebben die integraal deel uitmaken van een ander systeem. In feite dragen de meeste organen bij aan meer dan één systeem.
Het organisme-niveau is het hoogste organisatieniveau. Een organisme is een levend wezen met een cellulaire structuur en dat zelfstandig alle fysiologische functies kan vervullen die nodig zijn voor het leven. meercellige organismen, inclusief mensen, alle cellen, weefsels, organen en orgaansystemen van het lichaam werken samen om het leven en de gezondheid van het organisme te behouden.