Bijwerkingen en risico’s bij injectie van het sacro-iliacale gewricht
Na de injectie blijft de patiënt gewoonlijk 30 minuten zitten om er zeker van te zijn dat er geen onmiddellijke complicaties of bijwerkingen zijn, zoals allergische reacties of beenzwakte / gevoelloosheid. De arts of een ander teamlid zal bepalen wanneer het voor de patiënt veilig is om naar huis te gaan.
Na een diagnostische of gecombineerde diagnostische / therapeutische sacro-iliacale gewrichtsinjectie wordt het pijnniveau van de patiënt beoordeeld door de patiënt activiteiten uitvoeren die gewoonlijk pijn zouden veroorzaken. Het percentage pijnverlichting wordt gedocumenteerd en er wordt een lichamelijk onderzoek uitgevoerd. Een positieve respons wordt gedefinieerd als een verbetering van ten minste 75 procent van de pijnlijke activiteitsgerelateerde symptomen van de patiënt. Als een tweede diagnostische injectie positief is, wordt het sacro-iliacale gewricht beschouwd als de waarschijnlijke bron van de pijnlijke symptomen van de patiënt.
Hoewel individuele aanbevelingen kunnen verschillen, afhankelijk van de situatie van de patiënt en de voorkeur van de arts, is het volgende zijn typisch:
- Drink veel water om de kleurstof die wordt gebruikt voor fluoroscopie uit het lichaam te spoelen.
- Voer geen overmatige activiteiten uit op de dag van de ingreep, vooral als sedatie werd toegediend.
- Een lijst met tekenen of symptomen die onmiddellijke medische aandacht vereisen, zal vaak aan de patiënt worden verstrekt als onderdeel van de ontslagprocedure.
Mogelijke risico’s van sacro-iliacale gewrichtsinjectie
Risico’s die verband houden met deze procedure zijn meestal relatief klein en komen niet vaak voor. omvatten:
- Risico’s die verband houden met de medicijnen die bij de injectie worden gebruikt, zoals een mogelijke allergische reactie op een medicijn.
- Blauwe plekken en / of pijn op de injectieplaats.
- Infectie op de injectieplaats, dieper weefsel of in het gewricht.
Complementair Behandeling
Na een SI-gewrichtsinjectie kan uw arts u vragen om deel te nemen aan een specifiek behandelprogramma. Dit kan een bekkenstabilisatieprogramma met fysiotherapie en / of manipulatietherapie omvatten onder toezicht van een osteopathisch arts, fysiotherapeut of chiropractor.