De Golfstroom
De oceanen van de wereld bewegen constant. Zeestromingen stromen in complexe patronen en worden beïnvloed door de wind, het water ” s zoutgehalte en temperatuur, de vorm van de oceaanbodem en de rotatie van de aarde.
De Golfstroom is een van de sterkste zeestromingen ter wereld. Hij wordt aangedreven door oppervlaktewindpatronen en verschillen in waterdichtheid. Oppervlaktewater in de Noord-Atlantische Oceaan wordt gekoeld door winden uit het Noordpoolgebied. Het wordt zouter en dichter en zinkt naar de oceaanbodem. Het koude water beweegt zich dan naar de evenaar waar het langzaam zal opwarmen. Om de koude evenaar te vervangen -gebonden water, de Golfstroom verplaatst warm water van de Golf van Mexico naar het noorden in de Atlantische Oceaan.
De Golfstroom brengt warmte naar het VK en het noorden- West-Europa en is de reden waarom we milde winters hebben. Zonder deze gestage stroom van warmte worden de winters op de Britse eilanden geschat op meer dan 5C c ooler, waardoor de gemiddelde decembertemperatuur in Londen op ongeveer 2 ° C komt.
Aan het einde van de laatste ijstijd, toen de ijskap die Noord-Amerika bedekte, smolt, verminderde de plotselinge toename van zoet water het zoutgehalte van het noorden Atlantisch oppervlaktewater en dus minder “dicht water” zonk en bewoog richting de evenaar. Hierdoor werd de warme Golfstroom verminderd of zelfs volledig afgesloten. De temperaturen in Noordwest-Europa zijn in slechts enkele decennia met 5 ° C gedaald.
Recente waarnemingen hebben aangetoond dat sinds 1950 de stroming van koud water in het Faeroe Bank-kanaal tussen Groenland met 20% is afgenomen. en Schotland. Dit is een bron van koud, dicht water dat de op dichtheid gebaseerde component van de Golfstroom aandrijft. Er kan een toename zijn in de stroming van andere koudwaterbronnen, maar zo niet, dan kan dit het begin zijn van de vertraging van de Golfstroom.
Het IPCC denkt dat het zeer waarschijnlijk is dat de Golfstroom zal vertragen tijdens de 21e eeuw, maar het is zeer onwaarschijnlijk dat het een ‘grote abrupte overgang’ zal ondergaan. De gemiddelde reductie die door de verschillende gebruikte modellen wordt voorspeld, is 25%. Deze vertraging zal een verkoelend effect hebben, maar de temperatuur zal in de hele regio nog steeds stijgen.
Het suggereert dat de Britse eilanden, vooral de westelijke regio’s, een aanzienlijk kleinere temperatuurstijging zullen zien dan andere delen van de landmassa.
Water:
Zeespiegelstijging
Gletsjers en ijskappen
Overstromingen