Florida Time: The lives of Al Capone and his son
Toen Albert Francis Jr. in juli 2004 op 85-jarige leeftijd stierf in het kleine Californische stadje Auburn Lake Trails, had hij een geheim naar zijn graf gedragen: hij werd geboren als Albert Francis Capone Jr.
Lezers: toen Albert Francis Jr. in juli 2004 op 85-jarige leeftijd stierf in het kleine stadje Auburn Lake Trails in Californië, vermeldde zijn plaatselijke overlijdensbericht zijn jaren in het gebied, zijn opleiding in Zuid-Florida, begrafenisarrangementen en overleven familieleden.
Albert had, voor het grootste deel van de buitenwereld, een geheim in zijn graf gedragen: hij werd geboren als Albert Francis Capone Jr.
“Al Capone is al lang dood, “De weduwe America Francis vertelde deze schrijver in juni 2005 telefonisch.” Zijn zoon had niets met hem te maken. Laat hem rusten in vrede, omdat hij hardop huilde. Hij leed genoeg in zijn leven om te zijn wie hij was. ”
Alphonse “Al” Capone was meer dan ooit een sneeuwvogel in Zuid-Florida. Bijgenaamd “Scarface”, werd hij beschouwd als een van de meest meedogenloze gangsters in de Amerikaanse geschiedenis. Hij had een zwak voor zijn zoon.
“Ik wil niet doodgeschoten worden op straat”, zei hij ooit. “Ik heb een jongen. Ik hou van dat kind.”
“Sonny” werd geboren op 4 december 1918 in Brooklyn, de zoon van Capones Ierse vrouw, Mae Coughlin.
Op 7-jarige leeftijd kreeg hij een infectie die hem gedeeltelijk doof maakte. Gepest door klasgenoten, stuiterde hij van de ene school naar de andere. Hij ging naar St. Patrick School in Miami Beach, waar hij goede vrienden was met een jonge Cubaan genaamd Desi Arnaz. Sonny ging naar de Notre Dame University en behaalde een bachelordiploma aan de University of Miami in 1941.
Zijn vader was ondertussen in 1932 veroordeeld tot 11 jaar wegens belastingontduiking. Hij vertrok na zeven uur, zijn lichaam gekweld door syfilis. Sonny noemde het beroep van zijn vader ‘gepensioneerd’.
Hij was er toen zijn vader stierf in zijn huis op Palm Island op 19 januari 1947.
Sonny was geweest een verkoper van tweedehands auto’s. Maar de zoon van een onderwereldlegende stopte toen hij hoorde dat zijn baas kilometertellers manipuleerde. Hij werd leerling-printer, runde vervolgens samen met zijn moeder een restaurant in Miami en werd later bandenverdeler.
Op 7 augustus 1965 zei de politie dat Sonny twee flessen aspirine en zaklampbatterijen in zijn zak had gestoken, voor een totaal van $ 3,50, van een supermarkt in North Miami Beach. Naar verluidt zei hij: “Iedereen heeft een kleine diefstal in zich.” Hij kreeg twee jaar proeftijd. In datzelfde jaar liet hij zijn naam wettelijk veranderen in Albert Francis. Zijn advocaat zei dat hij ‘het gewoon zat werd om tegen de naam te vechten’.
Ergens in de jaren tachtig, zo blijkt uit de gegevens, verhuisde Sonny van Van Zuid-Florida tot Noord-Californië. Bij zijn dood liet hij zijn vier dochters en talloze kleinkinderen en achterkleinkinderen achter.
Opmerking: deze colu mn is een bewerking van een essay uit 2008 in HM Magazine, het tijdschrift van HistoryMiami Museum.