George Orwell Death & Legacy
Nineteen Eighty-Four was de laatste professionele prestatie van Orwells leven. Tegen de tijd dat het boek werd gepubliceerd, ging de gezondheid van de auteur snel achteruit. In oktober 1949 trouwde hij in zijn ziekenhuiskamer in Londen met een redactieassistent genaamd Sonia Brownell. Slechts een paar maanden later stierf George Orwell op 46-jarige leeftijd aan tuberculose. Op zijn verzoek werd hij begraven in een anglicaanse ceremonie onder een eenvoudige marker waarop alleen stond: “Hier ligt Eric Arthur Blair – geboren op 25 juni 1903 – overleden op 21 januari. 1950. “
Zijn graf mag dan eenvoudig zijn, de erfenis die Orwell heeft nagelaten is allesbehalve. Zijn invloed reikt veel verder dan die van de meeste schrijvers, en hij heeft zelfs zijn eigen bijvoeglijk naamwoord: ‘Orwelliaans’. Zoals het doorgaans wordt gebruikt, verwijst ‘Orwelliaans’ niet naar dingen die persoonlijk met Orwell te maken hebben, maar naar de dingen die hij in zijn schrijven veroordeelde. Een snelle Google Nieuws-zoekopdracht toont aan dat critici het eufemisme ‘Orwelliaans’ op doelen zo divers als een Britse plannen om gegevens van mobiele telefoons te verzamelen, de naamswijziging van een private equity-firma en zelfs de toespraken van Barack Obama. Orwell verachtte eufemismen in politieke geschriften – hij dacht dat ze lui en ineffectief waren – en het feit dat zijn naam er een is geworden, zou hem waarschijnlijk gek hebben gemaakt. ‘Het zou hem verbazen, en ongetwijfeld irriteren, te ontdekken dat hij sinds zijn dood in 1950 onverbiddelijk naar de NT-status is opgeschoven’, schreef de schrijver Julian Barnes over Orwell. ‘Hij is interpreteerbaar, kneedbaar, ambassadeur en patriottisch. Hij veroordeelde het rijk, dat links behaagt; hij veroordeelde het communisme, dat rechts behaagt. Hij waarschuwde ons voor het corrumperende effect op de politiek en het openbare leven van het misbruik van taal, dat bevalt bijna iedereen. ” Orwell was geen heilige, maar als stem van moreel bewuste en politieke moed is hij “ongeveer net zo goed als wij” hebben.