Oorzaken van kankerpijn
Mensen met kanker kunnen pijn hebben door de ziekte zelf of als bijwerking van de behandeling. Een arts zal proberen vast te stellen wat de pijn veroorzaakt door een medische anamnese af te nemen en een lichamelijk onderzoek uit te voeren. Vooruitgang in diagnostische beeldvorming stelt het zorgteam in staat de oorzaken van pijn veel beter te vinden.
Kankerpijn kan direct verband houden met weefselschade. Tumoren kunnen weefsels, botten of zenuwen vernietigen of erop drukken. Ze kunnen ook blokkades veroorzaken in holle delen van het lichaam, zoals het spijsverteringssysteem, bloedvaten en lymfevaten.
Pijn kan ook het gevolg zijn van kankerbehandeling. Dit gebeurt meestal na een operatie. Het kan soms ook gebeuren na chemotherapie, immunotherapie of bestralingstherapie.
Spierpijn kan tijdens of na de behandeling ontstaan door gebrek aan lichamelijke activiteit.
Neuropathische pijn
Neuropathische pijn wordt veroorzaakt door een verwonding of beknelling van zenuwen of andere delen van het zenuwstelsel.
Nociceptieve pijn
Pijn kan worden veroorzaakt door een ontstekingsreactie op een aanhoudende zenuw weefselschade. Deze pijn wordt nociceptief genoemd. Het wordt ingedeeld in een van de twee typen en op basis van waar het vandaan komt:
- Viscerale pijn Viscerale pijn wordt veroorzaakt door letsel aan een inwendig orgaan, zoals de lever. Deze pijn is vaak moeilijk vast te stellen. Het kan kloppend, pijnlijk of scherp zijn.
- Somatische pijn Bij somatische pijn gaat het voornamelijk om botten. Het kan meestal worden gelokaliseerd op een specifieke plaats op het bot. Het kan ook kloppend, pijnlijk of scherp zijn.