Platonische liefde
Platonische liefde, een uitdrukking die in twee betekenissen wordt gebruikt, met in beide gevallen een toespeling op Plato’s relaas van liefde in zijn symposium.
Het onmiddellijke doel van het symposium – dat beweert de toespraken op te nemen die in lofrede over Eros zijn gemaakt door een groep vooraanstaande sprekers tijdens een banket ter ere van de tragische dichter Agathon – is om de hoogste manifestatie van de liefde die de wereld beheerst in de mystieke aspiratie na vereniging met de eeuwige en superkosmische schoonheid. Het symposium beschrijft Socrates als het type van de aspirant die het doel van vereniging heeft bereikt en stelt in scherpe oppositie tegen hem de figuur van Alcibiades, die zijn geestelijk geboorterecht heeft verkocht voor de genoegens en ambities van de wereld. Het middelpunt van filosofische interesse ligt in de verhandeling van Socrates, die hij beweert te hebben geleerd van de priesteres Diotima van Mantinea.
Het belangrijkste argument kan als volgt worden samengevat: eros, begeerte liefde in al zijn vormen, is een uitreiken van de ziel naar een goed waarnaar ze streeft maar nog niet bezit. De verlangende ziel is nog niet in de vrucht van het goede. Het is op weg om tot bloei te komen, net zoals de filosoof nog niet in het bezit is van wijsheid, maar ernaar streeft. Het object dat deze verlangende liefde in al haar vormen doet ontwaken, is schoonheid, en schoonheid is eeuwig. In zijn meest grove vorm is liefde voor een mooi persoon in feite een passie om nageslacht te verwekken door die persoon en zo, door het voortbestaan van iemands geslacht, het substituut voor onsterfelijkheid te verwerven dat alles is wat het lichaam kan bereiken. Een meer spirituele vorm van hetzelfde verlangen naar de eeuwigheid is het streven om onsterfelijke roem te verwerven door te combineren met een verwante ziel om gezonde instellingen en levensregels voort te brengen. Nog spiritueler is het streven, in samenwerking met uitverkoren geesten, om filosofie en wetenschap te verrijken met nobele verhandelingen en gedachten.
In gewone spraak betekent platonische liefde dus een uiterst liefdevolle relatie tussen mensen waarin seksuele geslachtsgemeenschap is noch gewenst, noch beoefend. In die zin verwijst het meestal naar een heteroseksuele relatie. Bij uitbreiding kan het worden gebruikt om dat stadium van ridderlijke of hoofse liefde te dekken waarin geslachtsgemeenschap voor onbepaalde tijd wordt uitgesteld.
Van de Renaissance tot het einde van de 19e eeuw werd de term platonische liefde ook gebruikt als een incidenteel eufemisme voor homoseksuele liefde, gezien de relatief tolerante houding ten opzichte van dergelijke liefde die waarneembaar is zowel in Plato als in andere Griekse auteurs.