Sambar (gerecht)
Typische ingrediënten in een sambargerecht
Sambar wordt gemaakt met een of meer van deze groenten:
- okra
- moringa (beter bekend als drumstick)
- wortel
- radijs
- wintermeloen
- aardappel
- tomaat
- eierplant (aubergine)
- hele of gehalveerde sjalotten of uien.
Sambar bevat vaak sambarpoeder, een grove kruidenmix gemaakt van geroosterde linzen, geroosterde hele rode pepers, fenegriekzaad, korianderzaad en soms asafoetida en kerrie bladeren. Regionale variaties zijn onder meer komijn, zwarte peper, geraspte kokos, kaneel, chana dal, urad dal, tur dal en andere kruiden.
De groenten, tamarindepulp, sambarpoeder, kurkuma, zout en asafoetida worden gekookt samen tot de groenten half gaar zijn. Daarna worden de gekookte linzen toegevoegd en laten koken tot de groenten gaar zijn. Een naar kruiden geurende olie wordt aan de gekookte sambar toegevoegd voor extra smaak en temperen, en het gerecht wordt geserveerd met verse korianderblaadjes.
De toevoeging van naar kruiden geurende oliën, of tarka’s, gemaakt door mosterd te laten knappen zaden en curryblaadjes en andere ingrediënten in hete kokosolie of plantaardige olie, aan het einde van het koken is een veel voorkomende Indiase culinaire techniek en staat bekend als temperen. Een combinatie van mosterdzaad, zwarte gram, gedroogde rode pepers en curryblaadjes gebakken in ghee of kokosolie of plantaardige olie is een voorbeeld van de vele oliesmaakstoffen die voor sambar worden gebruikt. Sommige variaties bevatten extra ingrediënten zoals komijnzaad, sjalotten, fenegriekzaad en asafoetida-poeder.
Sommige variaties van sambar bevatten ingrediënten zoals moong dal en pompoen.