The Rouwende Kaddish
Kaddish is een 13e eeuws Aramees gebed dat tijdens elke traditionele gebedsdienst wordt uitgesproken. Kaddish betekent ‘heiliging’ in het Aramees en is gerelateerd aan het Hebreeuwse woord kadosh, dat ‘heilig’ betekent.
Van de vijf variaties van de Kaddish; de bekendste is de Rouwende Kaddisj. Het gebed noemt nooit dood of sterven, maar verkondigt in plaats daarvan de grootheid van God. Door het te reciteren, laten rouwenden zien dat zelfs als hun geloof op de proef wordt gesteld door hun verlies, ze de grootheid van God bevestigen.
Traditioneel wordt het gebed alleen uitgesproken als er een minjan is, een quorum van 10 joden. Zodat men zich een deel van de gemeenschap kan voelen, zelfs als men rouwt. De rouwende moet deel blijven uitmaken van de gemeenschap, ook al is het zijn of haar instinct om zich terug te trekken.
Een persoon die rouwt om een ouder zegt Kaddish 11 maanden. Historisch gezien werd Kaddish slechts 30 dagen gezegd voor een kind, echtgenoot of broer of zus; velen zeggen nu elf maanden lang kaddisj wanneer ze rouwen om een familielid. Kaddish wordt ook elk jaar gezegd op de sterfdag (Yahrzeit) en in Yizkor.
De ritmische cadans van Kaddish zijn rustgevend voor ons, zowel tijdens de rouw als door de jaren heen, zoals we het zeggen in Yahrzeit en op Yizkor om onze dierbaren te gedenken. We bidden het gebed als een gemeenschap, omdat niemand van ons de enige is in de rouw.
Kaddish luidt als volgt:
Transliteratie:
Yitgadal v’yitkadash sh’mei raba b’alma di v’ra chir’utei; v’yamlich malchutei b’hayeichon u-v’yomeichon, uv’hayei d’chol beit yisrael, ba-agala u-vi-z’man kariv, v’imru amen.
Y’hei sh ‘mei raba m’varach l’alam u-l’almei almaya.
Yitbarach v’yishtabah, v’yitpa’ar v’yitromam, v’yitnasei v’yit-hadar, v’yit’ aleh v’yit’halal sh’mei d’kudsha, b’rich hu, l’ela min kol birchata v’shirata, tushb’hata v’nehemata, da-amiran b’alma, v’imru amen.
Y’hei sh’lama raba min sh’maya, v’hayim, aleinu v’al koi yisrael, v’imru amen.
Oseh shalom bi-m’romav, hu ya ‘ aseh shalom aleinu v’al kol yisrael, v’imru amen.
Vertaling:
Verheerlijkt en geheiligd is de grote naam van God over de hele wereld, die werd geschapen volgens goddelijke wil . Moge de heerschappij van vrede spoedig in onze tijd tot stand worden gebracht, voor ons en voor het hele huishouden van Israël. En laten we zeggen: amen.
Moge Gods grote naam geprezen worden in alle eeuwigheid. Verheerlijkt en gevierd, geprezen en geprezen, geprezen en geëerd, geprezen en verheven is altijd de naam van uw Heilige, ver boven alle zang en psalm, voorbij alle hymnen van glorie die stervelingen kunnen bieden. En laten we zeggen: amen.
Moge er overvloedige vrede uit de hemel zijn, met de goedheid van het leven voor ons en voor heel uw volk Israël. En laten we zeggen: Amen.
Moge Degene die vrede brengt in het universum vrede brengen voor ons en voor het hele volk Israël. En laten we zeggen: amen.