Wat u moet weten over emetofobie
Behandeling voor emetofobie kan therapie, medicatie of een combinatie van beide omvatten.
Cognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie (CGT) heeft tot doel de manier waarop iemand denkt en gedraagt te veranderen, en werkt vanuit de overtuiging dat gedachten en fysieke sensaties met elkaar verbonden zijn.
Tijdens CGT zal een therapeut iemand ondersteunen met emetofobie om hun denkpatronen of gedrag dat de angst rond braken versterkt, opnieuw te beoordelen. Ze gebruiken ook praktische hulpmiddelen buiten de therapie om te helpen met hun toestand.
Er is geen uitgebreid onderzoek naar specifieke behandelingen voor emetofobie. De eerste gerandomiseerde controlestudie om de effecten van CGT op deze aandoening te bestuderen, suggereert echter dat het zeer effectief is.
In sommige gevallen kunnen psychodynamische therapieën mensen met meerdere fobieën helpen.
Blootstelling en responspreventie
Blootstelling en responspreventie (ERP) kan ook emetofobie behandelen. Het is een therapietechniek die specifiek is ontworpen om een obsessief-compulsieve stoornis te behandelen. Het werkt om iemand geleidelijk aan hun triggers bloot te stellen zonder zich bezig te houden met hun obsessief-compulsieve gedrag. Door deze blootstelling kan iemand zien dat het risico op braken lager is dan hij denkt, en minder gevaarlijk en verontrustend dan hij dacht.
ERP is een uitdagende therapie. Mensen moeten zich goed genoeg voelen om met de sessies te beginnen, aangezien de behandeling de angst kan vergroten zodra deze begint.
Het ERP-proces omvat drie fasen:
Fysiologische symptomen
Een persoon zal op een gecontroleerde manier de lichamelijke symptomen van misselijkheid en braken opwekken, met ondersteuning van zijn therapeut. Dit wordt interoceptieve cue-blootstelling of symptoom-cue-blootstelling genoemd. Oefeningen kunnen bestaan uit ronddraaien of andere methoden om misselijkheid op te wekken, en artsen zullen voortdurend de angstniveaus van de persoon in de gaten houden.
Omgevingsfactoren
Een persoon zal plaatsen bezoeken die ze vermijden en die ze associëren met een risico op braken, zoals bars, restaurants of openbare badkamers. Ze zullen ook voedsel eten dat ze normaal vermijden, om geleidelijk hun tolerantie op te bouwen en hun angst te verminderen.
Blootstelling
Zodra iemand zich op zijn gemak voelt met de fysiologische symptomen en omgevingsfactoren die angst veroorzaken , zal een arts hen vragen braken te simuleren. Deze oefening is bedoeld om de angst om ziek te zijn te verminderen.
Medicatie
Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) en serotonine-norepinefrineheropnameremmers (SNRI’s) zijn soorten medicijnen die zijn ontwikkeld om depressie en angststoornissen.
Deze medicijnen kunnen angst verminderen en kunnen helpen bij het beheersen van iemands angst voor een normaal leven. Antidepressiva kunnen een persoon ook ondersteunen door middel van therapie.