Wat veroorzaakt autisme?
De onderstaande informatie is niet bedoeld om een diagnose te stellen of te behandelen. Het mag niet in de plaats komen van overleg met een gekwalificeerde zorgverlener.
Een veel voorkomende vraag na een diagnose van autisme is wat de oorzaak is van autisme.
We weten dat er geen enkele oorzaak van autisme is. Onderzoek suggereert dat autisme ontstaat door een combinatie van genetische en niet-genetische of omgevingsinvloeden.
Deze invloeden lijken het risico te vergroten dat een kind autisme ontwikkelt. Het is echter belangrijk om in gedachten te houden dat een verhoogd risico niet hetzelfde is als de oorzaak. Sommige genveranderingen die verband houden met autisme, kunnen bijvoorbeeld ook worden gevonden bij mensen die de stoornis niet hebben. Evenzo zal niet iedereen die wordt blootgesteld aan een omgevingsrisicofactor voor autisme de aandoening ontwikkelen. In feite zullen de meesten dat niet doen.
De genetische risicofactoren van autisme
Onderzoek leert ons dat autisme vaak voorkomt in gezinnen. Veranderingen in bepaalde genen vergroten het risico dat een kind autisme ontwikkelt. Als een ouder een of meer van deze genveranderingen bij zich heeft, kunnen deze worden doorgegeven aan een kind (zelfs als de ouder geen autisme heeft). Andere keren ontstaan deze genetische veranderingen spontaan in een vroeg embryo of in het sperma en / of ei die samen het embryo vormen. Nogmaals, de meeste van deze genveranderingen veroorzaken op zichzelf geen autisme. Ze verhogen gewoon het risico op de stoornis.
De omgevingsrisicofactoren van autisme
Onderzoek toont ook aan dat bepaalde omgevingsinvloeden het risico op autisme verder kunnen verhogen of verlagen bij mensen die genetisch vatbaar zijn voor de stoornis . Belangrijk is dat de toename of afname van het risico klein lijkt te zijn voor een van deze risicofactoren:
Verhoogd risico
- Gevorderde ouderleeftijd (beide ouders)
- Zwangerschap en geboortecomplicaties (bijv. extreme prematuriteit, laag geboortegewicht, meerlingzwangerschappen)
- Zwangerschappen met een tussenpoos van minder dan een jaar
Verminderd risico
- Prenatale vitamines die foliumzuur bevatten, vóór en bij de conceptie en tijdens de zwangerschap
Geen effect op het risico
-
Vaccins. Elk gezin heeft een unieke ervaring met de diagnose autisme, en voor sommigen komt dit overeen met de timing van de vaccinaties van hun kind. Tegelijkertijd hebben wetenschappers de afgelopen twee decennia uitgebreid onderzoek gedaan om te bepalen of er een verband bestaat tussen vaccinaties voor kinderen en autisme. De resultaten van dit onderzoek zijn duidelijk: vaccins veroorzaken geen autisme. De American Academy of Pediatrics heeft een uitgebreide lijst van dit onderzoek samengesteld.
Verschillen in hersenbiologie
Hoe geven deze genetische en niet-genetische invloeden aanleiding tot autisme? De meeste lijken cruciale aspecten van de vroege hersenontwikkeling te beïnvloeden. Sommige lijken te beïnvloeden hoe hersenzenuwcellen, of neuronen, met elkaar communiceren. Anderen lijken de manier waarop hele hersengebieden met elkaar communiceren te beïnvloeden. Onderzoek blijft deze verschillen onderzoeken met het oog op het ontwikkelen van behandelingen en ondersteuningen die de kwaliteit van leven kunnen verbeteren.