Zichtwoordeenheden
Zichtwoordeenheden
STW Zichtwoorden – Eenheid 1
De woordenlijst voor dit toestel bevat: de, ik, zie, a. Het zelfstandig naamwoord is kat. Deze eenheid bevat een woordenlijst om mee naar huis te nemen, verschillende afdrukbare werkbladen en leercentra.
STW Sight Words – Unit 2
Deze set printables concentreert zich op de woorden: is, this, my, and me. Het zelfstandig naamwoord van de unit is hond. Deze unit heeft verschillende manipulatieve tools, leercentra, woordkleuren en overtrekwerkbladen.
STW Sight Words – Unit 3
De woorden van deze week zijn: we, like, en , Bij. Het zelfstandig naamwoord is varken. Er zijn oefenlijsten, beoordelingsmateriaal en activiteiten voor individuele woorden.
STW Sight Words – Unit 4
De unit vier woorden zijn: in, you, do, am. Het zelfstandig naamwoord voor deze week is bal. Met deze lessen en activiteiten kunt u uw leerlingen helpen deze woorden vloeiend te herkennen en te lezen.
STW Sight Words – Unit 5
In blok vijf oefenen de leerlingen het lezen, overtrekken en schrijven van de woorden. an, for, to, and it. Het zelfstandig naamwoord voor deze week is meisje. Deel de woordenlijst uit op maandag en geef de beoordeling op vrijdag.
STW Sight Words – Unit 6
Deze lijst bevat de woorden: heeft, hij, ben en zij. En het woord jongen is ons zelfstandig naamwoord voor de week. Hier is alles wat je nodig hebt om studenten te helpen deze woorden onder de knie te krijgen. Deel de woordenlijst aan het begin van de week uit en lees beoordeling aan het einde van de week.
STW Sight Words – Unit 7
Deze set printables concentreert zich op de woorden: nee, ga, ja, en zo. Het zelfstandig naamwoord van de unit is een bug. Deze unit heeft veel verschillende manipulatieve tools, leercentra, woordkleuren en overtrekwerkbladen.
STW Sight Words – Unit 8
De woorden van deze week zijn: dat, gezegd, zij, en eten. Het zelfstandig naamwoord is ei. Er zijn oefenlijsten, beoordelingsmateriaal en verschillende activiteiten voor individuele woorden.
STW Sight Words – Unit 9
Deze unit richt zich op de zichtwoorden: aan, wil, uit en van evenals de zelfstandig naamwoord: kopje. Bekijk de verschillende activiteiten, lessen en beoordelingsinstrumenten.
STW Sight Words – Unit 10
De woorden in deze zichtwoordeenheid komen hier voor, zeg maar, uit en hoger. Het zelfstandig naamwoord is moeder . Probeer onze verschillende afdrukbare werkbladen, activiteiten en beoordelingsinstrumenten voor blok 10.
STW Sight Words – Unit 11
In blok elf oefenen leerlingen met het lezen, volgen en schrijven van de woorden die zij, hij, zag , en zij. Het zelfstandig naamwoord voor deze week is papa. Deel de woordenlijst op maandag uit en geef de beoordeling op vrijdag.
STW Sight Words – Unit 12
De woordenlijst voor deze unit bevat: groot, waarom , kan, en hebben. Het zelfstandig naamwoord is vis. Deze unit bevat een woordenlijst om mee naar huis te nemen, verschillende afdrukbare werkbladen en leercentra.
STW Sight Words – Unit 13
Deze set printables richt zich op de woorden: met, maar, niet en had. Het zelfstandig naamwoord van de eenheid is speelgoed. Deze eenheid heeft verschillende manipulatieve instrumenten, leercentra, woordkleuren en overtrekwerkbladen.
STW Sight Words – Unit 14
De eenheid veertien woorden zijn: vier, twee, één, en drie. Het zelfstandig naamwoord voor deze week is door. Met deze lessen en activiteiten ‘zul je je leerlingen kunnen helpen deze woorden vloeiend te herkennen en te lezen.
STW Sight Words – Unit 15
In unit vijftien, studenten zullen oefenen met het lezen, traceren en schrijven van de woorden stop, just, if, and be. Het zelfstandig naamwoord voor deze week is bij. Deel de woordenlijst op maandag uit en geef de beoordeling op vrijdag.
STW Sight Words – Unit 16
Deze lijst heeft de woorden: geel, groen, blauw en rood. Het woord vos is ons zelfstandig naamwoord voor de week. Hier is alles wat je nodig hebt om studenten te helpen deze woorden onder de knie te krijgen. Deel de woordenlijst aan het begin van de week uit en geef de leesevaluatie aan het eind van de week.
STW Sight Words – Unit 17
De woorden van deze week zijn: at, dan, goed, en slecht. Het zelfstandig naamwoord is zon. Er zijn oefenlijsten, beoordelingsmateriaal en verschillende activiteiten voor individuele woorden.
STW Sight Words – Unit 18
Deze unit richt zich op de zichtwoorden: spelen, kijken, deed en ons, evenals het zelfstandig naamwoord: baby. Bekijk de verschillende activiteiten, lessen en beoordelingsinstrumenten.
STW Sight Words – Unit 19
De woorden in deze gezichtswoordeenheid kenmerken make, five, going, en Het zelfstandig naamwoord is een boom. Probeer onze verschillende afdrukbare werkbladen, activiteiten en beoordelingsinstrumenten voor Unit 19.
STW Sight Words – Unit 20
In unit twintig oefenen de leerlingen het lezen, traceren en schrijven van de woorden komen, daar, wat en zes. Het zelfstandig naamwoord voor deze week is taart. Deel de woordenlijst op maandag uit en geef de beoordeling op vrijdag.
STW Sight Words – Unit 21
De woordenlijst hiervoor eenheid incl udes: over, of, zeer, en wanneer. Het zelfstandig naamwoord is boek. Deze eenheid bevat een woordenlijst om mee naar huis te nemen, verschillende afdrukbare werkbladen en leercentra.
STW Sight Words – Unit 22
Deze set afdrukbare werkbladen richt zich op de woorden: willen, alleen, niet en wie. Het zelfstandig naamwoord van de eenheid is eend. Deze eenheid heeft verschillende manipulatieve hulpmiddelen, leercentra, woordkleuren en werkbladen voor overtrekken.
STW Sight Words – Unit 23
De unit drieëntwintig woorden zijn: door, does, won “t en down. Het zelfstandig naamwoord voor deze week is thuis. Met deze lessen en activiteiten zul je in staat om uw leerlingen te helpen deze woorden vloeiend te herkennen en te lezen.
STW Sight Words – Unit 24
In blok vierentwintig zullen leerlingen oefenen met lezen, traceren en schrijven van de woorden new, from, go, en was . Het zelfstandig naamwoord voor deze week is melk. Deel de woordenlijst op maandag uit en geef de beoordeling op vrijdag.
STW Sight Words – Unit 25
Deze lijst bevat de woorden: nu, zou, zou kunnen en nemen. Het woord koe is ons zelfstandig naamwoord voor de week. Hier is alles wat je nodig hebt om studenten te helpen deze woorden onder de knie te krijgen. Deel de woordenlijst uit aan het begin van de week en geef de leesevaluatie aan het einde van de week.
STW Sight Words – Unit 26
De woorden van deze week zijn: lopen, zeven, open en jouw. Het zelfstandig naamwoord is vogel. Er zijn oefenlijsten, beoordelingsmaterialen en verschillende activiteiten voor individuele woorden.
STW Sight Words – Unit 27
Deze unit richt zich op de zichtwoorden: hun, put, laat en enkele evenals het zelfstandig naamwoord: hoed. Bekijk de verschillende activiteiten, lessen en beoordelingsinstrumenten.
STW Sight Words – Unit 28
De woorden in deze zichtwoordeenheid kenmerken: acht, vragen, schrijven en lezen. Het zelfstandig naamwoord is auto. Probeer onze verschillende afdrukbare werkbladen, activiteiten en beoordelingsinstrumenten voor blok 28 uit.
STW Sight Words – Unit 29
In blok negenentwintig oefenen leerlingen met lezen, traceren en de woorden onder, achter, negen en als schrijven. Het zelfstandig naamwoord voor deze week is tijd. Deel de woordenlijst op maandag uit en geef de beoordeling op vrijdag.
STW Sight Words – Unit 30
De woordenlijst voor thi s eenheid omvat: omdat, tien, geven en eerste. Het zelfstandig naamwoord is bed. Deze unit bevat een woordenlijst om mee naar huis te nemen, verschillende afdrukbare werkbladen en leercentra.
Individual Sight Words
Zichtwoorden (individuele woorden)
Deze pagina bevat werkbladen voor meer dan 100 hoogfrequente zichtwoorden. Elk woord heeft drie verschillende werkbladen.
More Sight Words
Dolch Sight Words